Het stoepje, divers
oudekerksplein
In Holland was de ruimte voor de huizen tot aan de grachten lange tijd het gemeenschappelijk territorium van de bewoners. Buren stonden naast elkaar te wassen, te drogen en te bleken, ze hielden dieren in de gedeelde ruimte en plaatsten wc’s. Privé en openbaar liepen in elkaar over. De straat werd gebruikt als een verlengde van de woning. Tegelijkertijd stonden voordeuren meestal open en werd handel gedreven vanuit huis; de woningen waren zo ook toegankelijk voor passanten.
In de late Middeleeuwen begon men met de aanleg van stoepen voor de huizen om te voorkomen dat verkeer te dicht langs de gevels reed. Afgeschermd met hekken en paaltjes creëerden de Hollanders een overgangsgebied tussen de huizen en de rijweg voor karren en koetsen. Ook werd de privacy van de woningen op deze wijze iets vergroot.
Kelders konden in Amsterdam door het hoge waterpeil niet volledig ondergronds worden gebouwd en met een halve verdieping boven het drassige maaiveld bleven ook de vloeren op de bel-etage droog. Met bordessen werd het hoogteverschil overbrugd.
De stoepen en bordessen vormen een bufferzone tussen privé en openbaar, je zou ze bijna kunnen zien als een soort voortuinen of zelfs oprijlanen. Met minimale middelen wordt een afstand tussen weg en voordeur gecreëerd. Aan de mooie natuurstenen en aan het ratjetoe aan ontwerpen is te zien dat de bewoners zelf de stoepen financierden en aanlegden. De eigendomsgrens ligt niet op een lijn met de gevels, het privédomein ligt even open en bloot in de openbare straat.
De grachtenpanden staan zij aan zij, de voorgevels van de huizen zijn ook de muren van de straat. Door de brede stroom van Wallengangers komt het verkeer steeds dichter langs de stoepen. De woninggevels worden steeds meer een ‘Wallenmuur’: ze houden de mensen buiten de huizen, of binnen de Wallen, als hekken om een festivalterrein. Bordjes worden opgehangen waarop staat ‘Don’t piss and puke here!’ en ‘Twee meter afstand tot de gevel houden graag!’.
Regelmatig is een bordes een bankje in de openbare ruimte, een picknickplaats met uitzicht op de mensenmassa. Bewoners proberen met bloempotten en extra hekjes te benadrukken dat de stoepjes hun eigendom zijn. Ook voor commerciële doeleinden bevinden de bordessen zich in een gunstige positie. De uitbater van een café gebruikte het trapje voor zijn deur een aantal maanden om van twee tot vier uur ‘s nachts luidkeels zijn café aan te prijzen, tot zijn roep na een aantal klachten weer verdween.