De Oude Kerk, divers
oudekerksplein
Al voordat de Dam rond 1260 werd gebouwd om het zilte zuiderzeewater van de akkers te weren, stond hier een bescheiden houten kerk. In 1300 werd de eerste stenen kapel gebouwd. Een paar jaar later werd deze St. Nicolaaskerk gedoopt, naar de beschermheilige van de zeeën. Amsterdam groeide en de kerk groeide mee. In twee eeuwen werd de Oude Kerk het bouwwerk dat het nu is.
Beeldenstorm
Als katholieke kerk was de ruimte gevuld met een overvloed aan decoratieve elementen. 38 altaren stonden, naast beelden, schilderijen en gebrandschilderde ramen, tussen de zuilen. Maar in 1566 braken andere tijden aan. Verhalen over opstanden in de Zuidelijke Nederlanden gonsden door de stad. De Oude Kerk borg een groot deel van haar kostbaarheden achter slot en grendel, de Nieuwe Kerk sloot zelfs volledig haar deuren. De beeldenstorm bereikte de Oude Kerk op 23 augustus 1566. Een doop zou plaatsvinden en de peetvader van het kind eiste een Nederlandstalige mis. De kerk bleef vasthouden aan Latijn. De ruzie die ontstond tussen het gezelschap en de kerk liep volledig uit de hand. Het interieur van de kerk werd kort en klein geslagen.
De kerk veranderde van een katholieke in een protestantse kerk, van een plek voor sacrale kunst gevuld met schilderijen en heilige beelden in een lege, witte kerk. Enkele gebrandschilderde ramen in de Onze Lieve Vrouwe-kapel overleefden de storm. Deze kapel werd ongeveer tien jaar voor de reformatie voltooid. Met de uitbouw leek de Oude Kerk haar felle oppositie tegen de reformatie te willen onderstrepen.
De ramen in de Onze Lieve Vrouwe-kapel werden betaald door de burgemeestersfamilie Van Hoppen en de nazaten van burgemeester Cornelis Brun. Onder het nieuwe protestantse stadsbestuur werden ze wel wat aangepast. God stond afgebeeld in het linkerraam, maar de ruitjes werden vervangen. Ook werden aureooltjes boven de hoofden van de heiligen weggehaald, en waarschijnlijk was er nog ergens een zon met daarin het woord ‘Jezus’ te vinden. In het tweede raam werd in de zeventiende eeuw het stadswapen toegevoegd, misschien op de plaats van een zeker hostiemirakel. In het derde raam werd een verandering in de wolken gemaakt.
Museum
In mei 2016 werd de Oude Kerk officieel een museum. Dit zorgt soms voor protest en onrust. Toen kunstenaar Taturo Atzu in 2015 een groot platform boven op de kerk bouwde, hingen enkele actieve buurtbewoners een spandoek aan de klokkentoren met daarop ‘De Oude Kerk huilt’. Ook het werk van Christian Boltanski afgelopen winter kon niet op hun waardering rekenen. De hoge, zwarte sculpturale vormen, films en installaties creëerden een atmosfeer die aanzette tot nadenken over de dood. Te midden hiervan vonden de zondags- en begrafenisdiensten plaats. De ‘mooiste stilte’ van Amsterdam had dit soort werk niet nodig wat deze kritische buurtbewoners betreft. De sculpturen stonden maar in de weg van het licht.
In de huidige installatie van de Italiaanse kunstenaar Giorgio Andreotta Caló is licht het hoofdonderwerp, en wordt de herinnering opgeroepen aan het verschil in de beleving van het geloof door protestanten en katholieken. Caló verwijst met zijn installatie naar de beelden die verdwenen tijdens de Beeldenstorm. De warme rode kleur, die in de zestiende eeuw verdween met het ingooien van de ramen en werd vervangen door het calvinistische blauwgrijs, is tijdelijk weer teruggebracht.