De 7 poorten, Broersen & Lukacs, 2018
IJplein en Vogelbuurt
Geconfronteerd met de hedendaagse architectuur van het nieuwe metrostation, zag kunstenaarsduo Persijn Broersen en Margit Lukács twee opties voor een kunstwerk: of het zou met de architectuur meegaan, of er juist tegenin. Ze kozen voor het laatste en ontwierpen een beeld dat de indruk zou wekken hier altijd al gestaan te hebben. Het ontwerp fungeert ook als een relativering van het vooruitgangsdenken, want de geschiedenis leert ons dat zelfs de grootste en welvarendste steden ten onder kunnen gaan en veranderen in ruïnes. Deze gloednieuwe ruïne bestaat uit veertien bakstenen kolommen die je al kunt zien als je er met de metro langsrijdt. Alleen een enkeling is met een boog verbonden. Je kunt je als toeschouwer voorstellen hoe deze zeven bogen ‘ooit’ compleet waren. De veelhoekige vormen die als elfenbankjes uit de gloednieuwe ruïne groeien staan symbool voor de technologie van de toekomst.
Broersen en Lukács zijn niet de enige kunstenaars die hier in Amsterdam-Noord hebben gekozen voor een kunstwerk in de vorm van een poort. Zo is hier vlakbij het ADM-monument, even verderop staan de Parijse bogen bij de ingang van het Vliegenbos en een stuk oostwaarts is er de Poort van Nieuwendam. Het gebaar lijkt een echo van de late negentiende eeuw, toen Pierre Cuypers het sterk uitbreidende Amsterdam hernieuwde trots, allure en eigenheid wilde geven met zijn visie voor twee nieuwe poorten voor de stad: het Centraal Station en het Rijksmuseum.
Een poort markeert volgens Broersen een overgang in tijd, plaats en persoonlijkheid. Het is het antwoord dat hij en Lukács formuleerden op wat ze zien als het ‘tweelingsentiment’ van Amsterdam-Noord: minderwaardigheid en opstandigheid. Door verval, verandering en de symmetrie van begin en einde centraal te stellen, hopen Lukács en Broersen met deze archeofuturistische ruïne een eerbetoon te bieden aan zowel zij die komen als zij die daardoor niet kunnen blijven.