Geluid, divers
Binnengasthuisplein
Onbewust gebruik je vaak geluid om je omgeving waar te nemen. Je oriënteert je, identificeert en ervaart de omgeving door te luisteren. Sommige blinde mensen kunnen zich dankzij hun goed geoefende oren oriënteren door te luisteren naar de echo van het klakken van hun tong. Elke ruimte in de stad kent zijn eigen ‘geluidssignatuur’, die wordt gevormd door elementen die geluid produceren en de omgeving die dat geluid beïnvloed. Mensen, machines, verkeer en vogels zijn geluidsbronnen. De materialen en texturen van gebouwen en straatmeubilair beïnvloeden de akoestiek. Ook het formaat en de vorm van de pleinen en straten heeft invloed op de manier waarop het geluid weergalmt en resoneert, vergelijkbaar met de klankkast van een instrument.
Het stadsgeluid kan worden ontleed in sonische effecten waaruit het is opgebouwd, op dezelfde wijze waarop je (elektronische) muziek zou kunnen analyseren. Op het plein hoor je duidelijk de crescendo’s en decrescendo’s van stemmen, fietsgerammel en misschien een rolkoffer. Soms een abrupte afname in geluid, een cut-out, wanneer iemand een hoek omgaat. Tussen de gebouwen dringt het verkeerslawaai van het Rokin door op het plein. Het klinkt als ruis, losse bronnen zijn niet meer te onderscheiden. Af en toe hoor je er een aantal staccato trambellen bovenuit. En op het halve en het hele uur barsten de 38 klokken van het carillon van de Munttoren uit in een luid koor. Wat je als aangenaam en onaangenaam ervaart is persoonlijk, mede afhankelijk van je culturele achtergrond.
Het plein is stil voor een plek in het centrum van Amsterdam. Plotselinge veranderingen van geluid kunnen je bewust maken van wat je hoort of niet hoort. Opvallend zijn de geluiden van bewoners, wanneer de ramen van de woningen openstaan hoor je mensen bezig in hun keukens en woonkamers. Flarden van het privédomein dringen weer door in de openbare ruimte. Je zou je kunnen voorstellen dat door kinderstemmen het plein nog meer als een buurtplein zou kunnen klinken. Hoe anders dan het centrum van de Wallen, waar de constante veelheid aan geluiden van vertier voor de bewoners onuitstaanbaar zijn geworden.
Het geluid van de stad verandert voortdurend. Het plein wordt het hart van de binnenstadcampus, over een paar jaar zal het hier weer drukbevolkt zijn met studenten.
Op het nu nog stille plein staan sinds 1989 drie bronzen bomen van Thom Puckey. Zes lenzen zijn tussen de takken van de bomen geklemd, ze verkleinen de wereld en laten de gebouwen ondersteboven zien. Voor de expressieve vorm liet Puckey zich inspireren door een schilderij van Picasso waarop drie dansende mensen staan afgebeeld. Puckey personifieerde de bomen en liet ze net als Picasso’s figuren dansen op onhoorbare muziek.